Nieuwe evoluties in bemiddeling en collaboratieve onderhandeling

update 14 juni 2018
Op 5 februari 2018 werd het Wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en houdende wijziging van het Gerechtelijke Wetboek met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing ingediend. Dit wetsontwerp werd met enkele wijzigingen gestemd op 7 juni 2018. Het is nu wachten op de publicatie in het Belgisch Staatsblad. De wet strekt er onder meer toe alternatieve vormen van geschillenbeslechting (in het Engels ADR – Alternative Dispute Resolution – genoemd), waaronder bemiddeling, een gelijkwaardige plaats te geven in het gerechtelijk recht.

De achterliggende idee is dat een onderhandelde oplossing meer waarde heeft (en ook meer wordt gedragen door de partijen zelf) dan een (door de rechtbank of arbitragecollege) opgelegde oplossing. Dat de werkdruk op de rechtbanken daalt, is daarbij mooi meegenomen… Het wetsontwerp geeft, voor het eerst, een definitie aan bemiddeling en breidt het toepassingsgebied ervan uit tot publiekrechtelijke rechtspersonen. Bemiddeling wordt gedefinieerd (art. 1723/1 Ger. W.) als “een vertrouwelijk en gestructureerd proces van vrijwillig overleg tussen conflicterende partijen met de medewerking van een onafhankelijke en onpartijdige derde die de communicatie vergemakkelijkt en poogt partijen ertoe te brengen zelf een oplossing uit te werken.” De drie categorieën van bemiddeling (in familiezaken, in burgerlijke en handelszaken en in sociale zaken) verdwijnen.

Voorts wordt voorzien dat de rechtbank ambtshalve of op verzoek van één of meer partijen een beroep op bemiddeling kan ‘opleggen’. Volgens de opstellers van het ontwerp raakt dit evenwel niet aan het vrijwillig karakter van de bemiddeling. Een laatste ingediende amendement op grond waarvan de rechtbank zich ook zou kunnen beperken een informatiesessie omtrent bemiddeling op te leggen, werd niet weerhouden.

Daarnaast wordt de Federale Bemiddelingscommissie grondig hervormd (drie vaste commissies) en krijgt zij bijkomende opdrachten en bevoegdheden. Een wat vreemde bepaling in het oorspronkelijke wetsontwerp was dat plaatsvervangende rechters niet als bezoldigd bemiddelaar kunnen optreden in zaken waarin één van de partijen haar woonplaats of zetel heeft in het rechtsgebied waarin de betrokken plaatsvervangende rechter is benoemd. Hiertegen is verzet gekomen van diverse advocaten-erkende bemiddelaars die ook plaatsvervangend rechter zijn (waaronder enkele leden van Medvocat VZW). De definitieve tekst bevat dan ook nog enkel een verbod om in een dossier op te treden als bemiddelaar voor zover de betrokkene daarvan kennis heeft gehad tijdens de uitoefening van zijn ambt als plaatsvervanger en, omgekeerd, mogen plaatsvervangers niet meer zetelen in de dossiers waarin zij als bemiddelaar zijn opgetreden. De evidentie zelve…

De nieuwe wet in wording voert ook een proces van collaboratief onderhandelen in (nieuw Deel VIII van het Gerechtelijk Wetboek), waarin partijen – uitsluitend ten behoeve van een onderhandeling – worden bijgestaan door collaboratieve advocaten. Een collaboratief advocaat is een daartoe specifiek opgeleid en erkend advocaat die afstapt van zijn traditionele rol (als tegenstander van de andere partij) en die samen met de (collaboratieve) advocaat van de andere partij probeert creatieve oplossingen te vinden. Naar analogie met het bemiddelingsprotocol wordt bij collaboratief onderhandelen een collaboratief onderhandelingsprotocol ondertekend. Ook hier geldt een schorsing van de verjaring. Specifiek aan collaboratief onderhandelen is dat de advocaten in kwestie zich moeten terugtrekken indien geen akkoord wordt bereikt. Zij kunnen derhalve niet meer optreden voor de cliënt in een lopende of navolgende procedure. De collaboratieve onderhandeling is eveneens vertrouwelijk.

 

Pieter Wauman
Advocaat-vennoot Truyens Advocaten
Erkend bemiddelaar in burgerlijke en handelszaken
Bestuurder Medvocat VZW