Interview met Medvocat voorzitter Dirk Van de Gehuchte in magazine Strop en Toga #49
Het was hard aangekomen bij de bemiddelaars. In zijn repliek op de openingsrede stelde de Stafhouder de term “advocaat-bemiddelaar” in vraag. Ook nu herhaalt hij dat de term “advocaat-bemiddelaar” even ongerijmd is als de term “advocaat-magistraat”.
Om de advocatuur bij de bemiddeling te betrekken, volstaat het niet hem op de stoel van de bemiddelaar te plaatsen, net zomin als de advocatuur betrokken wordt bij een proces door hem op de stoel van de plaatsvervangende rechter te plaatsen.” Het zijn stellingen die menig bemiddelaar beroerden. Confrater Dirk VAN DE GEHUCHTE, voorzitter van de VZW MEDVOCAT, durft de stelling van de Stafhouder met klem te betwisten en daagde hem uit voor een duel. De Stafhouder koos de wapens. Het draaide uit op een mini-debat bij een kop koffie en een koffiekoek. Als het erop aankwam bluste Stafhouder CATIWE de brandjes.
Chris CAUWE:
Ik citeer Peter CALLENS, voorzitter van de OVB in ‘Brieven aan jonge juristen’: “De advocaat is partijdig: hij trekt de kaart van zijn cliënt, van niemand of niets anders.”
Akkoord met deze stelling?
Stafhouder Marnix MOERMAN :
Volledig mee eens. De advocaat is per definitie partijdig. De bemiddelaar kan hieraan niet beantwoorden. Partijdigheid is bij de bemiddelaar uit den boze.
Dirk Van De GEHUCHTE:
Ik ben het niet eens met deze stelling. Partijdigheid is geen essentiële waarde an sich. De advocaat moet zich op de eerste plaats onafhankelijk opstellen, betrokken zijn, met kennis van zaken handelen en openstaan voor de diverse wijzen waarop ons mooi beroep kan uitgeoefend worden. Partijdigheid verbindt de advocaat te zeer met zijn cliënt en kan een rem zijn op zijn onafhankelijkheid. De advocaat verdedigt de belangen van de cliënt, niet noodzakelijk zijn standpunten. Partijdigheid is dus niet de kernwaarde van de advocatuur. Dat de advocaat die optreedt als bemiddelaar in die hoedanigheid onpartijdig is, betekent niet dat hij dan niet langer advocaat is. Hij onderscheidt zich van andere bemiddelaars door de specifieke ervaring en kennis die hij of zij door de advocatuur verworven heeft.
SMM:
Onafhankelijkheid en partijdigheid staan centraal. De cliënt moet erop kunnen vertrouwen dat zijn advocaat 100% zijn belangen zal verdedigen. Deze begrippen afzwakken om ze te doen passen voor de advocaat-bemiddelaar kan niet. Bemiddelen is een ander beroep.
DVDG:
Ik stel de essentie van het beroep van advocaat niet in vraag, maar blijf erbij dat er een enorm verschil kan zijn tussen het belang van de cliënt en het standpunt van de cliënt. Als een chirurg bij een obees patiënt onmiddellijk grijpt naar maagverkleining, dient hij misschien het standpunt zijn cliënt, maar niet noodzakelijk diens belang. De arts beschikt over een ruimere toolkit.
Ook een advocaat beschikt over een ruimere toolkit om de belangen van zijn cliënt te verdedigen. De advocaat die opgeleid is als bemiddelaar en praktijkervaring heeft opgedaan, verruimt zijn instrumentarium en kan zo een “beter” advocaat worden. De Minister van Justitie stelde dat het voeren van een proces traumatiserend is voor de rechtzoekende. Dienen wij dan het belang van de cliënten niet door bemiddeling te promoten om hen dit trauma te besparen?
SMM:
Als de toegang tot de rechter traumatiserend is, dan moet daar iets aan gebeuren. De rechtstaat vereist goede rechters die het vertrouwen van de rechtzoekende genieten. De advocaat faciliteert de toegang tot de rechter. Kan dit niet of onvoldoende gewaarborgd worden, dan moet de taak van de rechter en de wijze van rechtspreken herdacht worden. De staat van recht vereist dat niets de toegang tot de rechter belemmert. Als de toegang tot de rechter als traumatiserend wordt ervaren in die mate dat er beter geen beroep wordt gedaan op de reguliere rechter, dan is dit een probleem dat door de overheid in een rechtstaat moet aangepakt worden. Bemiddeling is geen vluchtweg er het zou oneer doen aan de bemiddeling mocht het zich enkel kunnen profileren op het puin van de rechtspraak.
DVDG:
Met dit laatste ben ik het eens. De overheid promoot de bemiddeling om de verkeerde redenen. De bemiddeling dient niet om justitie te ontlasten. De rechter dient de bemiddeling niet door deze, -weze het met morele dwang-, op te leggen aan de rechtzoekende. Dit is een foute boodschap. Bemiddelen berust op vrijwilligheid. Bemiddelen onder de (zachte) dwang van de rechter is gedoemd tot mislukken. Bemiddeling moet een vrij gekozen alternatief zijn en wie beter dan de advocaat-bemiddelaar kan dit alternatief invullen?
SMM:
Hier ligt de denkfout in uw reactie op mijn repliek. Uiteraard kan er geen bezwaar zijn tegen bemiddeling als alternatieve geschillenoplossing, zolang deze maar berust op geïnformeerde vrijwilligheid van de partijen. Informatie, daar gaat het over, en vrijwilligheid. Mijn punt bestaat erin dat de advocaat die op de stoel van bemiddelaar gaat zitten, géén advocatuur bedrijft. De kernwaarden van de bemiddelaar zijn niet de kernwaarden van de advocaat. Ze zijn er zelfs niet mee verenigbaar. Er moet een duidelijk censuur zijn. De informatieplicht van de advocaat is anders dan de informatieplicht van de bemiddelaar. De advocaat is partijdig, de bemiddelaar onpartijdig. Hierover mag bij de rechtzoekende geen twijfel bestaan.
De meerwaarde die de advocaat kan bieden, ligt in de bijstand aan zijn cliënt in het bemiddelingsproces, en natuurlijk kan het belang van de cliënt liggen in een bemiddelde oplossing. De rol van de advocaat hierbij is groot, aan de zijde van zijn cliënt, meer dan op de stoel van de bemiddelaar.
DVDG:
Uiteraard is de rol van de partijadvocaat niet uitgespeeld bij de bemiddeling, naast die van de advocaat-bemiddelaar.
SMM:
Het jargon van de bemiddelaars is fout. U heeft het over partijadvocaat versus advocaat-bemiddelaar. Partijadvocaat is een pleonasme, advocaat-bemiddelaar een contradictio in terminis.”
DVDG:
Het is net van belang dat er advocaten-bemiddelaars zijn. Er zijn drie categorieën van bemiddelaars: notarissen, advocaten en dan de anderen. Vooral deze derde pijler is niet gebrand op de bijstand van een advocaat in het bemiddelingsproces. Als bemiddelaar juich ik zelf de tussenkomst van de advocaat aan de zijde van zijn cliënt in het bemiddelingsproces toe.
SMM:
Maar de taak van de advocaat is niet de taak van de bemiddelaar in het bemiddelingsproces. Je kan niet terzelfdertijd partijdig en onpartijdig zijn.
DVDG:
En toch is dit niet noodzakelijk een tegenstelling. Als een advocaat gespecialiseerd is in contractenrecht en door twee partijen geraadpleegd wordt bij de redactie van een complex contract, dient hij ook de belangen van de twee partijen, en behoedt hij hen voor onevenwichtige bedingen. Waarom dan niet als bemiddelaar?
Chris Cauwe:
Is het onderscheid niet dat bij de contractsluiting geen geschil bestaat, en bij de bemiddeling, per definitie wel?
DVDG:
Bij een contract bestaat ook meestal een belangentegenstelling, alleen heeft die zich (nog) niet veruitwendigd in een conflict.
Chris Cauwe:
Tijd evenwel voor een voorlopige conclusie, de beide tegensprekers zijn het eens over het feit dat bemiddeling een waardevolle alternatieve geschillenoplossing is, die niet mag worden opgebouwd op het puin van een falende justitie. Beiden zijn het erover eens dat de advocaat een meerwaarde brengt door zijn bijstand aan de cliënt, ook in de bemiddeling. Alleen over de vraag of de advocaat ook bemiddelaar kan zijn zullen beiden het wellicht niet eens geraken. Duidelijk is wel dat de advocaat-bemiddelaar ondubbelzinnig moet communiceren over de rol die hij in het concreet geschil speelt, en dat deze rol niet de rol is van advocaat, wel de rol van bemiddelaar.
En dit brengt mij tot een tweede citaat uit dezelfde” Brieven aan jonge juristen”:
“Misschien is dat het mooiste aan het beroep van jurist: Je brengt de mensen samen die tegenstrijdige belangen hebben. Maar je bent wel verplicht om naar eenzelfde belang te streven!” (Charles MICHEL. Voorzitter Europese Raad)
Kunnen collaboratieve onderhandelaars hun cliënten niet begeleiden in het zoeken naar datzelfde gedeeld belang?
DVDG:
Stafhouder, daar kan u toch niet tegen zijn: een taak nota bene in het gerechtelijk wetboek voorbehouden aan de advocatuur. Beide partijen en hun hiertoe opgeleide advocaten moeten hierover voorafgaand over de procesvoering een akkoord hebben: er wordt onderhandeld tot men een gedeelde oplossing vindt voor het geschil. Lukt dit niet, dan gaan partijen desgevallend naar de rechter, maar dan met een andere advocaat. Hetgeen onderhandeld werd, blijft vertrouwelijk. Partijen geven inhoud aan de oplossing, de wet biedt hiervoor een kader.
SMM:
Het collaboratief onderhandelen heeft zeker een merite, en daar is de advocaat voor geknipt. Mijn vrees ligt echter elders: het bestaan van de alternatieve geschillenregelingen heeft nog steeds te maken met het wantrouwen tegenover de rechtbanken. Door deze verder te ontwikkelen en te ondersteunen dreigen wij de evolutie van de rechter naar een
“vollere” rechtspraak juist te belemmeren. De overheid lijkt wel de alternatieve geschillenbeslechting te gaan hanteren als verschoning om niet te moeten voorzien in een efficiënte “hands-on” -justitie.
DVDG:
Opnieuw ben ik het niet eens. De alternatieve geschillenregeling is niet gegroeid uit tekortkomingen van het justitieapparaat, maar uit de wens om de overheid zo weinig mogelijk te laten tussenkomen in geschillen tussen particulieren of ondernemingen, die zelf het belang inzien van een onderhandelde of bemiddelde oplossing en zo verder met elkaar op weg kunnen.
De rechter moet trancheren. De bemiddelaar en de collaboratieve onderhandelaar moeten faciliteren. Er is geen grotere contradictie dan de rechter-bemiddelaar.
De koffiekoeken zijn onaangeroerd gebleven, de koffie is op. De Stafhouder wordt in Brussel verwacht. De wapens zijn opgeborgen. Eén iets onthoud ik. De advocaat van vandaag moet zijn instrumentarium diversifiëren. zichzelf vertrouwd maken met de technieken van alternatieve geschillenregeling en daar staan om zijn cliënt kundig bij te staan. Bemiddeling Ja, maar met de advocaat naast zijn cliënt, en die advocaat moet het onderscheid weten te maken tussen wat kan verwacht worden van de bemiddelaar en wat kan verwacht worden van de rechter.